Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Sinds 29 december 2005 is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van kracht. Deze wet vervangt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO). Als u op of na 1 januari 2004 ziek bent geworden en na twee jaar nog niet aan het werk kunt, krijgt u met de WIA te maken. In deze wet staat werk voorop. Alleen bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid krijgt u recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als u nog gedeeltelijk kunt werken, krijgt u een aanvulling op het loon.
Op www.werkennaarvermogen.nl vindt u uitgebreide informatie over de WIA en hoe deze wet aansluit op andere regels rond ziekte op het werk, arbeids(on)geschiktheid en re-integratie.
Over dit onderwerp is beschikbaar:
- WIA: informatie voor werknemers
- WIA: informatie voor werkgevers
Wat is de WIA?
De WIA regelt dat werknemers recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Wie nog gedeeltelijk kan werken, krijgt een aanvulling op het loon.
Wie komt ervoor in aanmerking?
Voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek zijn geworden geldt een wachttijd van 104 weken. Vervolgens hebben zij aanspraak op een uitkering op basis van de WIA, mits zij ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn.
Hoe hoog is de uitkering?
Als u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent, krijgt u een arbeidsongeschiktheidsuitkering. U moet dan ten minste 80% arbeidsongeschikt zijn en niet meer kunnen herstellen of een geringe kans op herstel hebben. U komt dan in aanmerking voor een uitkering op basis van de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) van 75% van het dagloon (maximum dagloon is € 174,64).
Als u tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt bent, hebt u aanspraak op een uitkering op basis van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
- Als u niet werkt, krijgt u eerst een loongerelateerde uitkering van 70% van het dagloon. De uitkering duurt minimaal een half jaar en maximaal vijf jaar, afhankelijk van de duur van het arbeidsverleden.
- Als u wel werkt, krijgt u bovenop het nieuwe loon een uitkering van 70% van het bedrag dat u minder verdient in vergelijking met het dagloon.
- Na het einde van de loongerelateerde uitkering wordt er gekeken hoeveel u verdient. Is dat minimaal 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan vult de WGA het loon aan met 70% van het verschil tussen het dagloon en de resterende verdiencapaciteit of het nieuwe loon.
- Als u na afloop van de loongerelateerde uitkering geen werk hebt of minder verdient dan 50% van de resterende verdiencapaciteit, krijgt u een uitkering gebaseerd op een percentage van het minimumloon.
Maandelijks wordt 8% van de aWIA-uitkering gereserveerd voor de vakantie-uitkering die in mei wordt uitbetaald.
Waar kunt u de uitkering aanvragen?
De IVA en WGA worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).
WIA: informatie voor werknemers
Wat is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)?
Als u na twee jaar ziekte voor een deel of helemaal niet meer kunt werken, kunt u in aanmerking komen voor een uitkering volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). In deze wet ligt het accent op wat mensen nog wél kunnen.
Het is in de WIA zo geregeld dat u er altijd financieel op vooruit gaat als u (gedeeltelijk) blijft werken. Maar er is ook een uitkering als u echt niet meer aan de slag kunt.
Twee regelingen
Binnen de WIA zijn er twee verschillende uitkeringen:
- Bent u volledig arbeidsongeschikt en is de kans dat u weer herstelt erg klein, dan krijgt u een IVA-uitkering. IVA staat voor Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten.
- Iedereen die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, kan in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
WIA vervangt een aantal wetten
Door de invoering van de WIA is de Wet re-integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA) vervallen. De Wet REA is deels opgenomen in de WIA en deels in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten (Wajong).
De WAO is niet afgeschaft, maar geldt alleen nog voor degenen die op 1 januari 2006 al een WAO-uitkering ontvingen.
Hoe wordt de mate van arbeidsongeschiktheid voor de WIA bepaald?
Als u na twee jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk bent, volgt een keuring van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De UWV-arts en de arbeidsdeskundige bepalen uw arbeids(on)geschiktheid. Dat gebeurt door het zogeheten 'loonverlies' vast te stellen, dat wat u door ziekte of handicap minder kunt verdienen dan daarvoor. De WIA maakt vervolgens verschil tussen vier groepen:
Loonverlies van minder dan 35 procent
Bij een loonverlies van minder dan 35 procent bent u volgens de WIA niet arbeidsongeschikt. U gaat (weer) aan het werk en blijft in dienst van uw werkgever. Samen met uw werkgever bekijkt u hoe u kunt blijven werken. Bijvoorbeeld door ander werk, aanpassing van de werkplek of werken bij een andere werkgever.
Loonverlies van minstens 35 procent maar minder dan 80 procent
U valt onder de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Als het mogelijk is, kunt u uw uitkering aanvullen met inkomen uit werk.
Loonverlies van minstens 80 procent met een redelijke kans op herstel
Uw arbeidsongeschiktheid is tijdelijk. U valt onder de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Als het mogelijk is, kunt u uw uitkering aanvullen met inkomen uit werk.
Loonverlies van minstens 80 procent zonder of met zeer kleine kans op herstel
U valt onder de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en ontvangt een uitkering gebaseerd op uw laatstverdiende loon.
Wat gebeurt er als u minder dan 35 procent arbeidsongeschikt bent?
Als u minder dan 35 procent arbeidsongeschikt bent, blijft u in principe in dienst van uw werkgever. U bekijkt samen met uw werkgever wat de beste oplossing is om u aan het werk te houden. Is terugkeer naar de eigen functie mogelijk? Misschien moet daarvoor de werkplek of het takenpakket worden aangepast. Zijn er andere mogelijkheden binnen het bedrijf? Uw werkgever kan u ook helpen aan werk bij een andere werkgever.
Lukt dit allemaal niet, hoe goed u en uw werkgever het ook proberen? Dan kan uw werkgever eventueel na twee jaar arbeidsongeschiktheid een ontslagvergunning aanvragen. Als u daardoor werkloos wordt, gaan voor u de regels van de WW gelden.
Wat regelt de WIA als u gedeeltelijk kunt werken?
Als u voor 35 tot 80 procent minder kunt verdienen én voor het overige deel nog kunt werken, krijgt u een uitkering op grond van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Deze uitkering wordt aangevuld met uw inkomen uit werk. Hoe meer u kunt werken, hoe hoger uw inkomen.
U ontvangt eerst een loongerelateerde uitkering, daarna een loonaanvulling of vervolguitkering.
Loongerelateerde uitkering
Als u niet werkt, krijgt u een uitkering van zeventig procent van het laatstverdiende loon (tot een bepaald maximum). Als u wel werkt, ontvangt u loon plus een uitkering van zeventig procent van het verschil tussen uw huidige en vroegere loon (tot een bepaald maximum).
Dit maximum is gebaseerd op het maximumdagloon.
U komt in aanmerking voor de loongerelateerde uitkering als u in de 36 weken (driekwart jaar) onmiddellijk voorafgaand aan uw periode van ziekte, minimaal 26 weken hebt gewerkt. De duur van uw uitkering is afhankelijk van uw leeftijd op de ingangsdatum van uw WGA-uitkering:
Uw leeftijd op de ingangsdatum van de WGA-uitkering Duur uitkering
jonger dan 23 jaar | 6 maanden |
23 tot en met 27 jaar | 9 maanden |
28 tot en met 32 jaar | 1 jaar |
33 tot en met 37 jaar | 1½ jaar |
38 tot en met 42 jaar | 2 jaar |
43 tot en met 47 jaar | 2½ jaar |
48 tot en met 52 jaar | 3 jaar |
53 tot en met 57 jaar | 4 jaar |
58 jaar of ouder | 5 jaar |
Twee uitzonderingen
Op deze tabel bestaan twee uitzonderingen:
- Als u een WGA-uitkering krijgt vanuit een situatie waarin u een uitkering had voor volledige arbeidsongeschiktheid (IVA-uitkering), dan wordt de duur van die laatste uitkering afgetrokken van de duur van uw WGA-uitkering. Deze uitzonderingsregel kent een grens: u hebt in ieder geval één jaar lang recht op een WGA-uitkering.
- U bent arbeidsongeschikt geworden terwijl u een Werkloosheidswetuitkering (WW) ontvangt. De duur van die uitkering wordt afgetrokken van uw latere WGA-uitkering. In sommige gevallen leidt dat er toe dat u geen loongerelateerde WGA-uitkering krijgt.
Let op: de wijzigingen die op 1 oktober 2006 zijn doorgevoerd in de Werkloosheidswet zijn pas per 1 januari 2008 van invloed op de hoogte en de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering.
Als uw loongerelateerde uitkering afloopt
De uitkering na afloop van de loongerelateerde uitkering hangt af van hoeveel u op dat moment verdient. Deze verdiensten worden elke maand bekeken.
Verdient u de helft of meer van wat u nog zou kunnen verdienen, dan krijgt u een loonaanvullingsuitkering. Hebt u geen werk of verdient u weinig, dan krijgt u een vervolguitkering. En gaat het zo goed met u dat u 65 procent of meer verdient van het loon voordat u arbeidsongeschikt werd? Dan eindigt uw uitkering.
WGA-loonaanvulling
De hoogte van de WGA-loonaanvulling is afhankelijk van wat u zelf verdient en wat u volgens de arbeidskundige van het UWV kunt verdienen.
Verdient u minimaal 50 procent van wat u nog kunt verdienen? Dan vult de WGA uw loon aan met 70 procent van het verschil tussen uw oude loon (met een maximum) en het loon dat u nog kunt verdienen (de zogeheten resterende verdiencapaciteit). Het loont dus om te werken naar vermogen.
WGA-vervolguitkering
Hebt u na afloop van de 'loongerelateerde' uitkering geen werk of verdient u minder dan 50 procent van wat u nog kunt verdienen? Dan krijgt u bovenop uw eventuele loon een WGA-vervolguitkering.
Anders dan bij de twee andere WGA-uitkeringen wordt er bij de vervolguitkering niet meer direct rekening gehouden met wat u vroeger verdiende. De vervolguitkering is namelijk een percentage van het minimumloon. Dit percentage is afhankelijk van uw arbeidsongeschiktheidspercentage.
Arbeidsongeschiktheidspercentage | Uitkering |
35 tot en met 44% | 28% van het minimumloon |
45 tot en met 54% | 35% van het minimumloon |
55 tot en met 64% | 42% van het minimumloon |
65 tot en met 79% | 0,75% van het minimumloon |
Het kan zijn dat u minder verdiende dan het minimumloon, bijvoorbeeld doordat u parttime werkte. Dan wordt de uitkering wél berekend aan de hand van uw oude loon.
Vakantietoeslag
U bouwt iedere maand acht procent vakantietoeslag op. U krijgt uw vakantietoeslag elk jaar uitbetaald in mei. Houdt uw uitkering eerder op? Dan krijgt u uw vakantietoeslag uitbetaald in de laatste maand dat u nog een WGA-uitkering ontvangt.
Onder het sociaal minimum
Als uw inkomen uit de WGA lager uitvalt dan het sociaal minimum dat voor u geldt, dan kunt u bij het UWV een toeslag aanvragen.
Wat regelt de WIA als u tijdelijk helemaal niet meer kunt werken?
Kunt u tijdelijk voor tachtig procent of meer niet meer werken, maar is er een kans dat u weer beter wordt? Dan bent u wel helemaal, maar niet langdurig arbeidsongeschikt. U krijgt een uitkering op grond van de WIA-regeling: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). De uitkering bedraagt van 75 procent van uw laatstverdiende loon (tot een bepaald maximum). U houdt deze uitkering totdat duidelijk is of u helemaal niet meer kunt werken of dat u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent.
Sinds 29 december 2005 is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van kracht. Deze wet vervangt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO). Als u op of na 1 januari 2004 ziek bent geworden en na twee jaar nog niet aan het werk kunt, krijgt u met de WIA te maken. In deze wet staat werk voorop. Alleen bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid krijgt u recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als u nog gedeeltelijk kunt werken, krijgt u een aanvulling op het loon.
Jaarlijkse herkeuring
U wordt jaarlijks herkeurd om te zien of u herstelt. Als blijkt dat u helemaal niet meer kunt werken, dan krijgt u een uitkering op grond van de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). Als u gedeeltelijk herstelt dan kunt u de WGA-uitkering aanvullen met inkomen uit werk.
Vakantietoeslag
U bouwt iedere maand acht procent vakantietoeslag op. U krijgt uw vakantietoeslag elk jaar uitbetaald in mei. Houdt uw uitkering eerder op? Dan krijgt u uw vakantietoeslag uitbetaald in de laatste maand dat u nog een WGA-uitkering ontvangt.
Onder het sociaal minimum
Als uw inkomen uit de WGA lager uitvalt dan het sociaal minimum dat voor u geldt, dan kunt u bij het UWV een toeslag aanvragen.
Wat regelt de WIA als u helemaal niet meer kunt werken?
Bij volledige en langdurige arbeidsongeschiktheid hebt u recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. U bent volledig en langdurig arbeidsongeschikt als u niet meer dan 20 procent van uw laatstverdiende loon kunt verdienen en u ook niet meer beter kunt worden. In deze situatie is er sprake van een zogeheten loonverlies van 80 procent of meer. De Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) kent een uitkering die 70 procent van uw laatstverdiende loon bedraagt. Let op: Dit maximum is gebaseerd op het maximumdagloon.
Vakantietoeslag
U bouwt iedere maand acht procent vakantietoeslag op. U krijgt uw vakantietoeslag elk jaar uitbetaald in mei. Houdt uw uitkering eerder op? Dan krijgt u uw vakantietoeslag uitbetaald in de laatste maand dat u nog een IVA-uitkering ontvangt.
Herkeuring bij kans op herstel
Als er nog een mogelijkheid is dat uw gezondheid verbetert, wordt u de eerste vijf jaar jaarlijks herbeoordeeld. Als blijkt dat u gedeeltelijk hersteld bent, kunt u voor een deel weer arbeidsgeschikt verklaard worden. U valt dan onder de WIA-regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Is er niets veranderd, dan houdt u de IVA-uitkering.
Onder het sociaal minimum
Als uw inkomen uit de IVA lager uitvalt dan het sociaal minimum dat voor u geldt, dan kunt u bij het UWV een toeslag aanvragen.
Wat gebeurt er met uw WIA-uitkering als u overlijdt?
Als u komt te overlijden, stopt uw WIA-uitkering. Uw nabestaanden kunnen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een overlijdensuitkering aanvragen.De overlijdensuitkering is gelijk aan één bruto WIA-maanduitkering. UWV berekent bij overlijden ook meteen het opgebouwde vakantiegeld en keert het uit. Het kan zijn dat de netto-uitkering na het overlijden nog een tijdje is doorbetaald. In dat geval wordt de teveel betaalde uitkering van de overlijdensuitkering afgetrokken.
WIA: informatie voor werkgevers
Wat betekent de WIA voor u als werkgever?
- U moet een werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, in beginsel in dienst houden;
- Als uw werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, dat wil zeggen dat zijn loonverlies minstens 35% is, kan hij in aanmerking komen voor een loonaanvulling, als hij in voldoende mate werkt;
- U hebt de keuzevrijheid het risico op gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van uw werknemers zelf te dragen, onder te brengen bij een private verzekeraar of bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV blijft in alle gevallen de keuring verrichten.
Wat moet u doen als uw werknemer langdurig ziek wordt?
Sinds 1 januari 2004 moet u uw werknemer bij langdurig ziekteverzuim twee jaar lang (70% van het) loon doorbetalen. De wettelijke verplichting om ten minste het minimumloon te betalen is niet verlengd naar het tweede ziektejaar.
U moet samen met uw werknemer uw uiterste best doen om hem zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen. Zo niet, dan volgen sancties. Een eventuele aanvraag voor de WIA gebeurt in principe uiterlijk 13 weken voor het einde van het tweede ziektejaar.
In bepaalde gevallen kan een keuring al eerder plaatsvinden. Dat kan bij mensen die niet meer kunnen werken en voor wie het volledig duidelijk is dat enige kans op herstel niet waarschijnlijk is.
Wat gebeurt er als uw werknemer twee jaar ziek is?
Als uw werknemer twee jaar ziek is en als het hem niet is gelukt weer aan de slag te komen, ondanks alle inspanningen van uw kant en van de kant van de werknemer zelf, volgt een keuring. Hierbij kijkt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) eerst naar wat uw werknemer nog kan. Alleen bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid bestaat er recht op een uitkering van 75% van het laatstverdiende loon (dit is aan een maximum gebonden). Een werknemer is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt als hij niet meer dan 20%van zijn laatstverdiende loon kan verdienen en hij ook niet meer beter kan worden.
Wat is er geregeld als uw werknemer gedeeltelijk arbeidsgeschikt is?
Als uw werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, dat wil zeggen dat zijn loonverlies minstens 35% is, kan hij in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Deze regeling heeft als uitgangspunt dat (meer) werken moet lonen. Als uw werknemer ondanks zijn ziekte werkt, heeft hij in principe recht op een loonaanvulling tot zijn 65ste, mits hij in voldoende mate werkt (minimaal 50% van wat hij nog kan verdienen). De hoogte van die aanvulling bedraagt 70% van het verschil tussen zijn laatstverdiende loon en het loon dat de werknemer nog kan verdienen.
Wat als uw werknemer minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is?
Als uw werknemer minder dan 35% loonverlies heeft krijgt hij geen uitkering en moet u hem in beginsel in dienst houden. U en uw werknemer moeten er alles aan doen om hem aan het werk te houden.
Welke premies betaalt u?
Met de WIA, hebt u als werkgever te maken met een vaste basispremie voor de WAO en de WIA (de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en als u zich bij UWV hebt verzekerd een gedifferentieerde premie voor de WAO en vanaf 2007 ook voor de WIA.
Kunt u de WGA-premie op uw werknemers verhalen?
Werkgevers mogen maximaal 50% van de WGA-premie verhalen op het nettoloon van hun werknemers. In de meeste gevallen zullen werkgevers over dit verhaal overleg voeren met hun werknemers en hier afspraken over maken, maar zij zijn hiertoe niet verplicht. Dit verhaalsrecht is voor werkgevers die voor het WGA-risico van hun werknemers bij UWV zijn verzekerd, geregeld in de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv), artikel 34 lid 2.
Vanaf 2007 worden de WGA-uitkeringen betaald uit een gedifferentieerde premie en een basispremie. Deze premies draagt u af aan de Belastingdienst. U kunt maximaal de helft van de gedifferentieerde premie die u verschuldigd bent, verhalen op uw werknemers. De hoogte van de gedifferentieerde premie hangt af van het aantal werknemers in uw bedrijf dat gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt verklaard.
Bent u eigenrisicodrager, dan betaalt u alleen de basispremie voor de WGA. Het verhaalsrecht voor werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA, is geregeld in artikel 41 van de Wfsv en artikel 3.17 van de Regeling Wfsv. Als u een private verzekering hebt afgesloten, kunt u maximaal de helft van de premie verhalen op het nettoloon van uw werknemers. Omdat de private verzekeringspremie ook meer kan omvatten dan alleen het WGA-risico, kan alleen het deel van de premie dat betrekking heeft op het WGA-risico verhaald worden. Als u geen private verzekering hebt afgesloten, kunt u maximaal de helft van de lasten van de WGA verhalen op uw werknemers. De lasten die u kunt verhalen zijn de kosten van de WGA-uitkeringen gedeeld door de loonsom. Dit berekent u op basis van een schatting van te verwachte lasten of op basis van de gerealiseerde lasten van het voorafgaande jaar. Deze kosten zijn gemaximeerd op 1,5 maal de maximum gedifferentieerde premie die voor u zou gelden als u geen eigenrisicodrager was. U hebt de mogelijkheid maximaal de helft van deze kosten te verhalen.
Eigenrisicodrager?
U kunt het financiële risico van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid onderbrengen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) of het zelf dragen en eventueel een verzekering afsluiten bij een private verzekeraar. Grote werkgevers (minimaal 25 maal de gemiddelde loonsom) en kleine werkgevers kunnen eigenrisicodrager voor de WGA worden. Het UWV blijft in alle gevallen de keuringen doen.
Als u eigenrisicodrager wordt voor de WGA, dan draagt u (vanaf 2007) voor een periode van tien jaar de WGA-uitkeringslasten van uw werknemers en bent u in die periode verantwoordelijk voor hun re-integratie. Als eigenrisicodrager hoeft u geen gedifferentieerde WGA-premie te betalen.
Verzekerd bij het UWV?
Als het UWV de WGA volledig uitvoert voor uw werknemers, dan betaalt u de gedifferentieerde premie. Deze verschilt per bedrijf. Hoe minder werknemers in uw bedrijf arbeidsongeschikt worden, hoe lager de premie. Er zijn minimum- en maximumpremies voor grote en voor kleine werkgevers. De lasten voor de WGA worden voor 10 jaar gefinancierd uit de gedifferentieerde premie en de lasten daarna uit de basispremie.
Is het financieel gezien voordelig als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst houdt of neemt?
Als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst houdt of neemt, krijgt u korting op de arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidpremies.
In dienst houden
Voor het in dienst houden van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer krijgt u eenmalig een maximale premiekorting van € 2.042. Dit geldt voor zolang de dienstbetrekking duurt, maar maximaal één jaar. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in de gelegenheid stelt zijn oude functie weer te vervullen. Of u kunt deze werknemer herplaatsen in een andere functie binnen uw bedrijf.
In dienst nemen
Neemt u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst, dan krijgt u aan premiekorting maximaal € 2.042 per jaar. Dit geldt voor zolang de dienstbetrekking duurt, maar maximaal drie jaar. Als de werknemer minder verdient dan 50% van het wettelijk minimumloon, komt u in aanmerking voor € 454 premiekorting.
De korting wordt verhoogd met € 1.360 per jaar als de werknemer jonggehandicapt is.
De premiekorting is snel en zonder administratieve rompslomp te verkrijgen. U kunt de korting aanvragen bij de Belastingdienst. Wel moet u de premiekorting aanvragen binnen een jaar nadat de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer bij u in dienst is getreden, of binnen een jaar nadat hij weer bij u is gaan werken.
Subsidie
Zijn de kosten voor het (her)plaatsen van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in uw bedrijf hoger dan de premiekorting? Dan worden de meerkosten vergoed met een subsidie. Maar alleen als het gaat om een contract voor minimaal zes maanden. Of als de werknemer in elkaar opvolgende contracten minimaal zes maanden in dienst is.
Daarnaast komt de werknemer zelf in aanmerking voor een aantal aanpassingen aan zijn werkplek. Deze aanpassingen moeten noodzakelijk zijn om te kunnen werken. Bovendien moet de werknemer ze kunnen meenemen naar een andere werkgever. U kunt denken aan aangepaste apparatuur.
De kosten voor re-integratie zijn volledig voor uw rekening. U hebt dus belang bij snelle re-integratie.
Welke andere regelingen zijn er?
De no-riskpolis
Uw financiële risico is beperkt als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst neemt. Als deze werknemer binnen vijf jaar na indiensttreding wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet meer kan werken, heeft hij recht op ziekengeld. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) betaalt het ziekengeld aan u of rechtstreeks aan de werknemer.
U ontvangt de no-riskpolis ook als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst houdt.
De no-riskpolis geldt in principe voor de duur van vijf jaar, maar kan verlengd worden als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst neemt of houdt bij wie sprake is van een aanzienlijk verhoogde kans op ziekte of arbeidsongeschiktheid.
Houdt in bovenstaande situaties een werknemer later blijvend recht op een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wordt deze niet aan u doorberekend.
Proefplaatsing
Als u, samen met een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer de terugkeer in het arbeidsproces wilt uitproberen, dan kunt u een proefplaats aanbieden voor maximaal drie maanden. Tijdens deze periode werkt deze werknemer onbetaald op proef. De uitkering van de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer loopt tijdens de proefplaatsing gewoon door.
Om van het UWV toestemming te krijgen voor een proefplaatsing, moet er reëel uitzicht zijn op een regulier arbeidscontract voor ten minste zes maanden en voor hetzelfde aantal of meer uren dan voor de proefplaatsing is afgesproken.
ArboNova
Verzekeringsgeneeskunde